Wat zeg je over abstract schilderwerk, dat zowel kleurig als donker is, zowel vrolijk als melancholisch. Dat even helder en vanzelfsprekend lijkt, dan wel het resultaat blijkt van een ongemeen geworstel met thema, vorm en kleur. Dat spontaan, maar toch bedacht lijkt. Je kan dergelijk werk als toeschouwer persoonlijk interpreteren, de dingen er in zien die je wilt zien, vinden wat je wilt vinden. Dat had ik bijvoorbeeld met het schilderijtje ‘Orange’ uit 2008, een iconisch beeld van een boom, met latjes als bladeren aan de takken, waarop tweeëntwintig sinaasappels prijken. Het was geschilderd door Ruth van Haren Noman. Toen ik het doekje zag, kocht ik het meteen. En nu, tien jaar later, kijk ik er nog elke dag naar, om te zien of alle 22 oranges er nog zijn. En vooral, om de sfeer van het werk te blijven proeven.
Dat is het fascinerende in het werk van Ruth van Haren Noman: met ogenschijnlijke abstractie, een spel van vormen, lijnen en kleuren, schept ze een verhaal, een kleine mythe die appelleert aan de persoonlijke verbeeldingswereld van de kijker. De kunstenaar laat het werk niet los voor het spreekt, voor het straalt en blijft stralen. Je kunt spreken van powerschilderijen.
Ruth van Haren Noman voedt zich met beelden, vormen en kleuren die ze in haar omgeving en in haar verbeelding vindt. Maar zo’n beeld is slechts een aanzet, want een schilderij ontwikkelt zich bij haar haast autonoom. Zelf schreef ze:
‘schilderen is denken en vragen
opperen
verwerpen
herformuleren
wikken, wegen, stilstaan
kijken
moed verzamelen
en weer schilderen ‘
Zij laat zich leiden door wat zich al schilderend aan haar openbaart. Dat is een intuïtief proces, onderhevig aan omgevingsfactoren, energieniveau, stemming en toeval: soms lukt het, soms niet. Onder elk beeld schuilen andere beelden; de sporen die je daarvan ziet getuigen van dit langdurig proces van ‘opperen, verwerpen, herformuleren...’ Het schilderen is een zoeken naar en een erkenning van wie ze is, van wat bij haar hoort. Uiteindelijk wil ze zichzelf als kunstenaar en mens al schilderend complementeren, vervolledigen. De figuratieve verwijzingen – als die er zijn – zijn vaak organisch: vingers en ogen en harten, vruchten, planten en bloemen, mens- en dier-achtige vormen. Ze staan niet voor een eenduidig iets, maar roepen iets op; een aanwezigheid, een sfeer, een fysieke sensatie. Een herkenning, een glimlach.
Ruth’s motieven figureren in een vaak egale, ijle achtergrond. Soms worden ze gevormd door diverse vormen naast elkaar. En ze worden gekenmerkt door het opvallende kleurgebruik: nu eens sferisch, dan weer brutaal en knallend. Vooral het vroegere werk is floraal getint, om later meer abstraherend te worden en recent weer een meer organisch en hier en daar een opener, picturaler karakter te krijgen.
Ruth van Haren Noman staat bewust aan de zijlijn van de kunstwereld. Ze beweegt zich in haar eigen Noman’s Land. Uiteindelijk, zegt ze, heeft mijn werk meer met mijn/ het leven te maken dan met het werk van andere kunstenaars.
En dat is net de kracht: een doek van Ruth van Haren Noman herken je meteen, zo persoonlijk, zo oorspronkelijk is het. Als kijker bouw je er een intieme band mee op.
‘soms daagt er dan iets
dan vind ik mij in mijn schilderijen
en kijk, daar ben jij ook.’
Marc Ruyters September 2018